Werkzekerheid

Hoewel van digitale technologieën op lange termijn positieve effecten op de werkgelegenheid worden verwacht, betwijfelt niemand de waarschijnlijkheid van een voortdurend banenverlies in de traditionele productiesectoren, waar de neergang al in de jaren 1970 begon. Toen kromp de vraag naar geproduceerde goederen namelijk, de energieprijzen stegen en de belangrijkste reacties van westerse bedrijven bestonden erin taken te automatiseren en uit te besteden. De COVID-19-pandemie heeft zowel de automatiserings- als de outsourcingpraktijken verder versneld, met harde gevolgen voor met name laaggeschoolde werknemers. Om deze negatieve trend af te zwakken − het is onwaarschijnlijk dat deze kan worden omgebogen − moet de Europese verwerkende industrie zich volgens sommigen richten op activiteiten en diensten met een hogere toegevoegde waarde, die technologie-intensief zijn en een om- en bijscholing van de werknemers vereisen. Van deze activiteiten en diensten wordt verwacht dat ze de arbeidsproductiviteit en dus de groei van de werkgelegenheid zullen stimuleren.

Om deze uitdaging aan te gaan, zouden de werknemersvertegenwoordigers moeten vragen om meer transparantie in de informatie- en raadplegingsprocessen. Die moeten op tijd beginnen, zodat zij samen met het management kunnen deelnemen aan de besluitvorming over grote industriële plannen die de invoering van nieuwe technologieën en de analyse van het effect daarvan op het werk omvatten. 

Tegelijkertijd is er, op lokaal of nationaal sectoroverkoepelend niveau, behoefte aan betere en gezamenlijke oplossingen, met de betrokkenheid van werkgeversorganisaties en overheden, om te zorgen voor een soepele overgang op de arbeidsmarkt (via initiatieven op het gebied van opleiding, begeleiding en arbeidsbemiddeling) van werknemers die als gevolg van structurele veranderingen werkloos worden.

In 2004 hebben het Zweeds Verbond van Vakverenigingen voor arbeiders (Landsorganisationen i Sverige – LO) en het Zweeds Verbond van Ondernemingen (Svenskt Näringsliv) een overeenkomst gesloten om steunmaatregelen vast te stellen in geval van ontslagen wegens te weinig werk. Bij die gelegenheid werd het Werkgelegenheidsovergangsfonds (Trygghetsfonden – TSL) opgericht als een gezamenlijk orgaan dat belast is met de uitvoering van de overeenkomst. TSL is een van de 10 Werkzekerheidsraden in Zweden, opgericht door de sociale partners en gefinancierd door de werkgevers met het doel te anticiperen op structurele veranderingen en deze te beheren. De oplossingen van TSL omvatten begeleiding van werknemers bij het zoeken naar een nieuwe baan, het opstarten van een nieuw bedrijf en de inschrijving voor opleidingstrajecten. Indien nodig kan TSL ook zorgen voor korte beroepsopleidingscursussen en de validatie van beroepskennis en -vaardigheden om de inzetbaarheid van mensen te ondersteunen. De oplossingen van TSL zijn van toepassing op alle werkplekken die met herstructurering worden geconfronteerd en die onder een collectieve overeenkomst met een bij LO aangesloten vakvereniging vallen. Momenteel is de voorzitter van TSL afkomstig van de Zweedse metaalbond (IF Metall).
Meer informatie op https://www.tsl.se
In het licht van de digitalisering en de technologische vooruitgang, waardoor de vraag naar technische vaardigheden en soft skills (bv. creativiteit, flexibiliteit, kritisch denken, enz.) toeneemt, hebben de Belgische vakbonden en de werkgeversorganisatie in de metaalindustrie in mei 2021 het sectorale interprofessionele fonds, dat oorspronkelijk in de jaren 1980 werd opgericht, volledig hertekend en herontworpen. Zodoende werd het nieuwe ‘Mtech+’-fonds opgericht om werknemers te ondersteunen bij de beoordeling van hun eigen loopbaantrajecten en de betrokkenheid bij professionele ontwikkelingsplannen die verder kunnen reiken dan hun huidige baan en zich kunnen ontwikkelen in de richting van hun talenten en interesses. Bovendien is het fonds bedoeld om bedrijven aan te moedigen een langetermijnbeleid voor hun werknemers te voeren, waarbij de nadruk ligt op duurzame inzetbaarheid (zowel binnen als buiten het bedrijf), geëngageerd leiderschap en fatsoenlijk werk. Over de financiering van ‘Mtech+’ wordt om de twee jaar onderhandeld door de sectorale sociale partners. Zij bedraagt momenteel 0,32% van het brutoloon van elke werknemer, waaraan nog andere bijdragen worden toegevoegd die gewoonlijk op lokaal niveau worden overeengekomen. De middelen van ‘Mtech+’ zijn bestemd voor de financiering van opleidings- en begeleidingsinitiatieven ten behoeve van individuele werknemers of groepen van werknemers (zowel bedienden als arbeiders), alsook werkzoekenden en studenten, met het oog op het vergemakkelijken van duurzame en kwalitatief hoogstaande beroepsovergangen en loopbaantrajecten. Daartoe heeft ‘Mtech+’, naast de financiering van specifieke projecten op bedrijfsniveau, een aantal overkoepelende sectorale instrumenten ontwikkeld, waaronder: de zogenaamde ‘loopbaanrekening’ van 1000 euro per werknemer in de sector, te gebruiken voor de betaling van cursussen of andere opleidings- en begeleidingsinitiatieven, die vrij door de werknemers zelf kunnen worden gekozen en buiten de werktijd kunnen worden gevolgd; en een fonds dat volledig gewijd is aan de omscholing van werknemers om hen voor te bereiden op toekomstige werkuitdagingen.
Meer informatie op https://mtechplus.be/
Op 8 juli 2021 hebben het farmaceutische bedrijf Bayer en werknemersvertegenwoordigers een overeenkomst ondertekend betreffende de gevolgen voor de werkgelegenheid van de sluiting van de productievestiging in Filago, in de streek van Bergamo. De partijen hebben met name overeenstemming bereikt over een welomschreven strategie om de arbeids- en looncontinuïteit voor de 46 betrokken werknemers te waarborgen. Volgens de overeenkomst op ondernemingsniveau zouden sommige werknemers worden overgeplaatst naar andere productie-eenheden of ondernemingen binnen de Bayer-groep, terwijl anderen ondersteuning zouden krijgen bij outplacement (naar andere lokale bedrijven) en vervroegde uittreding. Om zowel de interne mobiliteit binnen de groep als de outplacementtrajecten te vergemakkelijken, zijn de partijen een op de behoeften van de ontvangende eenheden en ondernemingen toegesneden bijscholingsplan overeengekomen. Het opleidingsplan zou door Bayer zelf worden gefinancierd en indien het meer dan 40 uur zou duren, zouden de kosten van de opleidingstijd gelijkelijk worden gedragen door zowel het bedrijf als de werknemers. Bovendien zouden professionals van Bayer worden belast met het ondersteunen van de werknemers bij het zoeken naar een nieuwe baan (bijvoorbeeld door hen te helpen bij het opstellen van hun cv’s) en met het verrichten van arbeidsbemiddelingsdiensten, door te netwerken met lokale bedrijven en relevante vacatures te selecteren, ook met de hulp van de lokale werkgeversorganisatie. Evenzo werd in december 2020 een andere overeenkomst ondertekend door het metaalverwerkende bedrijf Laika Caravans en werknemersvertegenwoordigers, waarin het bedrijf zich ertoe verbindt 60 werknemers in tijdelijke werkloosheid aan te nemen die afkomstig zijn van een ander bedrijf in de regio. Deze overeenkomst werd bijzonder gunstig onthaald door de regio Toscane, die stimulansen voor indienstneming en subsidies voor bijscholingstrajecten toekende.