Verwerking van werknemersgegevens

De toenemende personalisering en servitisering van de productie, alsook het streven naar meer efficiëntie op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk en personeelsbeheer, kunnen ten koste gaan van de verzameling en verwerking van grote hoeveelheden gegevens, waaronder gegevens over individuele werknemers (bv. aanwezigheid en afwezigheid op het werk, het tempo waarin taken worden voltooid, fysieke informatie zoals hartslag en bloeddruk, enz.). Deze gegevens kunnen ook worden gebruikt om besluitvormingsprocessen en de beoordeling van arbeidsprestaties te automatiseren en te versnellen. Er ontstaat dus ernstige bezorgdheid, niet alleen over de individuele privacy en de bescherming van persoonsgegevens, maar ook over gelijkheid, transparantie en rechtmatigheid van gegevensverwerking, algoritmische besluitvorming en evaluatie.

Om deze uitdaging aan te gaan, zouden de werknemersvertegenwoordigers hun kennis over privacyregelgeving en gegevensbescherming moeten verdiepen, eventueel ook dankzij de steun van externe deskundigen, en moeten vragen om een grotere betrokkenheid bij besluitvormingsprocessen betreffende de verzameling en analyse van gegevens. 

In dit verband wordt op internationaal niveau gepleit voor ‘onderhandelingen over het algoritme’ om werknemersvertegenwoordigers aan te moedigen te onderhandelen over het verzamelen van gegevens, de wijze van gebruik ervan en de nagestreefde doeleinden.. Het doel van collectieve onderhandelingen op dit gebied moet niet alleen het behoud van de privacy van werknemers tegen pogingen om het werk te monitoren zijn, maar ook een grotere participatie van werknemers in besluitvormingsprocessen die steeds meer doordrongen zijn van gegevens en het mogelijk ondoorzichtige gebruik ervan.

Sinds 2019 is het Spaans verbond van vakverenigingen UGT een campagne begonnen om werknemersvertegenwoordigers te sensibiliseren rond de bescherming van werknemersgegevens en de vrijwaring van de grondrechten in het licht van nieuwe digitale technologieën op de werkplek. In juli 2019 publiceerde UGT een handboek over de wijze waarop er op sectoraal en bedrijfsniveau collectief kan worden onderhandeld over deze onderwerpen.. In datzelfde jaar zijn bij de verlenging van de nationale cao voor de metaalindustrie, technologieën en diensten enkele belangrijke bepalingen ingevoerd, waaronder de oprichting van een nationaal observatorium voor de industrie dat de processen van de technologische transformatie moet analyseren om de sociale partners in staat te stellen proactief op te treden en de huidige transformaties voor te zijn. Bovendien bevat de overeenkomst een hoofdstuk dat uitdrukkelijk gewijd is aan de bescherming van de gegevens van werknemers en de vrijwaring van digitale rechten. Volgens dit hoofdstuk zijn de werkgevers verplicht de werknemersvertegenwoordigers tijdig te informeren over beslissingen betreffende de invoering van digitale innovaties met mogelijke gevolgen voor de werkomgeving en de arbeidsvoorwaarden. In aanvulling op de beginselen die in de Europese wetgeving inzake gegevensverwerking zijn verwoord (bijv. proportionaliteit, minimalisering, rechtmatigheid, transparantie, integriteit, privacy), verplicht de nationale cao de werkgevers om samen met de werknemersvertegenwoordigers de criteria voor het gebruik van digitale apparatuur te schetsen, door interne richtsnoeren op te stellen die onder meer de voorwaarden voor het gebruik van en de toegang tot digitale systemen, de opzet van programma’s en de opslag van gegevens moeten regelen. Ten slotte hebben de nationale onderhandelingspartijen de gedecentraliseerde onderhandelingen belast met de behandeling van kwesties in verband met de toegang tot en de correctie van gegevens, alsook de beperking of de opschorting van de gegevensverwerking.
In Nuovo Pignone, een Italiaans bedrijf van de groep General Electric Oil & Gas, is elke werkplek uitgerust met een paneel waarop de individuele werknemer de informatie met betrekking tot mogelijke storingen moet invoeren. Wanneer dit gebeurt, genereert het systeem een waarschuwing met een werkopdracht voor het werkteam dat verantwoordelijk is voor het oplossen van mogelijke problemen. Het is belangrijk te onderstrepen dat de werknemers en hun vertegenwoordigers vóór de installatie van dit apparaat een dialoog met het management zijn aangegaan en hebben bijgedragen tot de vaststelling van de specifieke informatie die op het paneel moet worden aangebracht. Een ander relevant geval op dit gebied is de collectieve overeenkomst van 2018 die is ondertekend bij Partesa (een bedrijf dat actief is in de detailhandel), die voorziet in de installatie van een app voor veilig rijden op de smartphones die aan het personeel worden gegeven, met als doel het rijgedrag van de werknemers bij de uitoefening van hun taken te volgen en vervolgens te verbeteren. Zoals in de overeenkomst is bepaald, krijgen de afzonderlijke werknemers via de app feedback over hun individuele rijgedrag. Er worden echter alleen geaggregeerde gegevens over rijgedrag (van min. 10 personen) verzameld; deze worden vervolgens teruggekoppeld naar de groepen bestuurders en geanalyseerd tijdens de ‘veiligheidsbijeenkomsten’, die op elke afdeling worden gehouden, met het doel de significante risico’s tijdens het besturen van een voertuig te belichten en een bewustere en minder gevaarlijke rijstijl aan te nemen.
Een zeer proactieve (in plaats van louter beschermende) rol die IG Metall speelde op het gebied van digitale transformatie betrof, van 2014 tot 2016, zijn bijdrage aan het ontwerp van ‘APPsist’, een slim assistentiesysteem dat wordt gebruikt in de productie en dat bedoeld is om werknemers op de werkvloer te ondersteunen bij hun activiteiten en managers in staat te stellen hun werknemers flexibel in te zetten voor de uitvoering van verschillende taken ten behoeve van efficiëntie- en kwaliteitsnormen. De softwareoplossing biedt een contextgevoelig assistentie- en kennissysteem dat kan worden uitgebreid door de integratie van augmented en virtual reality-technologieën. De ontwikkeling van ‘APPsist’ werd mogelijk gemaakt door een partnerschap met meerdere belanghebbenden, waarbij niet alleen onderzoekscentra en universiteiten, maar ook vakbonden en werkgeversorganisaties betrokken werden, en dat gefinancierd werd door het Bondsministerie van Economische Zaken en Energie. Doordat IG Metall bij het project betrokken was, kon de vakbond vanaf het begin, nog voordat het in bedrijven werd toegepast, weten hoe het systeem werkt, welke gegevens het nodig heeft en hoe deze worden verwerkt.
Meer informatie op https://edtec.dfki.de/en/projekt/appsist/.