Gezondheid en veiligheid op het werk

Hoewel robots waarschijnlijk steeds meer gevaarlijk werk zullen overnemen dat vroeger door werknemers werd gedaan en informatietechnologieën gevaren waarschijnlijk doeltreffender zullen opsporen, kunnen nieuwe risico’s ontstaan. Bijvoorbeeld door de nauwere interactie tussen mensen en slimme technologische apparatuur met onverwachte bewegingen, de toxiciteit van materialen die worden gebruikt in 3D-printtechnologieën, de zithoudingen die gepaard gaan met ivd-technologieën en de psychologische effecten van de virtualisering van het werk en de mogelijkheid om altijd en overal te werken. Syndromen zoals technostress (stress als gevolg van veranderde werk- en samenwerkingsgewoonten door de invoering van nieuwe technologieën), burn-out op het werk, ‘fear of missing out’ (FOMO, de angst om geweldige ervaringen die gedeeld worden via posts op sociale media te missen), ‘nomofobie’ (de angst om zonder mobiele telefoon te zitten) en ‘phubbing’ (de gewoonte om met een telefoon te communiceren in plaats van met mensen) zijn al vastgesteld door nationale en Europese instellingen. Bovendien is vastgesteld dat de ontwikkeling van spier- en skeletaandoeningen op de werkplek het resultaat is van de wisselwerking tussen zowel psychosociale als fysieke risicofactoren.

Om deze uitdaging aan te gaan, zouden de werknemersvertegenwoordigers, ook met de steun van deskundigen op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk (met inbegrip van psychologen, ergonomen, bedrijfsartsen, enz.), moeten aandringen op slimme apparatuur en nieuwe werkomgevingen die zijn geconfigureerd met aandacht voor de mens en zijn veiligheid en comfort. 

Zij zouden holistische en alomvattende interventiestrategieën moeten aannemen, die de multifactoriële causaliteit (die zowel door het individu als door de werkplek wordt veroorzaakt) van beroepsziekten en arbeidsongevallen weerspiegelen, en een participatieve aanpak moeten hanteren, waarbij alle niveaus van het personeel worden betrokken, in een poging om relevante risico’s beter te identificeren en passende oplossingen te vinden. Door de werknemers bewust te maken van veiliger gedrag en samenwerking met nieuwe technologieën moeten de werknemersvertegenwoordigers experimenteren met nieuwe manieren om psychologische aandoeningen te voorkomen als gevolg van de virtualisering van het werk en de toenemende interferentie tussen werk en privéleven.

In 2017 heeft ENI Italia, onderdeel van de gelijknamige multinational die actief is in de energiesector, zes van zijn vestigingen geselecteerd voor de invoering van innovatieve digitale technologieën (zoals Augmented Reality en Internet of Things), met als doel de efficiëntie van de operationele en besluitvormingsactiviteiten en de gezondheid en veiligheid van de werknemers te verbeteren. Om het zogeheten ‘Smart Safety’-project uit te voeren en tegelijkertijd de wettelijke verplichtingen na te leven, met name wat de gegevensbescherming van de werknemers betreft, is ENI Italia een lang collectief onderhandelingstraject aangegaan met de Italiaanse sectorale vakbonden FEMCA-CISL, FILCTEM-CGIL en UILTEC-UIL, wat heeft geleid tot de ondertekening van 22 collectieve overeenkomsten (7 hadden betrekking op de gehele onderneming, de andere op de afzonderlijke vestigingen). Zowel de collectieve onderhandelingen als de gezamenlijke organisatie van opleidings- en bewustmakingsprogramma’s hebben uiteindelijk de invoering mogelijk gemaakt van intelligente PBM’s en kanalen voor de uitwisseling van gegevens in real time, met het oog op de melding van eventuele ongebruikelijke of gevaarlijke situaties, de vergemakkelijking van efficiëntere besluitvormingsprocessen en de verlening van bijstand op afstand aan werknemers op het terrein. Vier jaar na de start van het project hebben vijf vestigingen de ‘Smart Safety’-innovatie volledig geïntegreerd, terwijl zich op één locatie nog problemen voordoen als gevolg van de weerstand van sommige werknemers en werknemersvertegenwoordigers.
Het ‘recht om los te koppelen’ van het werk is in veel bedrijven op Europees niveau ingevoerd. Een voorbeeld hiervan is de overeenkomst die bij BMW in Duitsland is gesloten en in 2014 in werking is getreden, en die bepaalt dat alle werknemers de tijd die buiten de gebouwen van de werkgever wordt besteed aan werken als werktijd mogen registreren. Als zij bijvoorbeeld thuis hun e-mail willen controleren voordat zij naar kantoor gaan, mogen zij dat doen, maar moeten zij de tijd die zij buiten het kantoor aan deze activiteit hebben besteed aan het eind van de week aan het bedrijf melden. Bovendien worden zij aangemoedigd om met hun chefs ‘vaste tijden van bereikbaarheid’ overeen te komen en buiten de afgesproken werktijd hebben zij het recht om los te koppelen en niet beschikbaar te zijn. Deze collectieve bepalingen, aangevuld met het bedrijfsmotto ‘Flexibel werken, bewust loskoppelen’ (Flexible arbeiten, bewusst abschalten), zijn bedoeld om een tegenwicht te bieden aan informeel mobiel werk en mensen te helpen betaald werk en privéleven met elkaar te verzoenen. Ten slotte wordt aan alle werknemers van BMW een toelating voor telewerken gegeven na een door het bedrijf georganiseerde gerichte opleiding die zowel uit podcasts als uit ter plaatse uitgevoerde modules bestaat over de wetgeving inzake gegevensbescherming, arbeidstijd, werkplekontwerp en gezondheid en veiligheid op het werk.
In juli 2021 ondertekenden werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers bij Chiesi Farmaceutici, een multinationaal farmaceutisch bedrijf in Parma (Italië), een overeenkomst waarin speciale aandacht werd besteed aan het evenwicht tussen werk en privéleven en aan de psychologische en fysieke integriteit van telewerkers. De partijen stelden met name een aantal gedragsregels op, zoals: vergaderingen organiseren tussen 9 en 18 uur, met behoud van de lunchpauze; vermijden om videoconferenties vlak na elkaar te organiseren zodat de medewerkers zich kunnen ontspannen en zich kunnen voorbereiden op de volgende afspraak; de medewerkers aanmoedigen om zich regelmatig te strekken om mogelijke druk op de nek en pijn te verminderen; e-mails en mededelingen bij voorkeur tijdens de normale werktijd verzenden. Bovendien heeft het bedrijf zich ertoe verbonden telewerkers de nodige psychologische ondersteuning te bieden om te voorkomen dat er gevoelens van isolement ontstaan.