Hoewel robots waarschijnlijk steeds meer gevaarlijk werk zullen overnemen dat vroeger door werknemers werd gedaan en informatietechnologieën gevaren waarschijnlijk doeltreffender zullen opsporen, kunnen nieuwe risico’s ontstaan. Bijvoorbeeld door de nauwere interactie tussen mensen en slimme technologische apparatuur met onverwachte bewegingen, de toxiciteit van materialen die worden gebruikt in 3D-printtechnologieën, de zithoudingen die gepaard gaan met ivd-technologieën en de psychologische effecten van de virtualisering van het werk en de mogelijkheid om altijd en overal te werken. Syndromen zoals technostress (stress als gevolg van veranderde werk- en samenwerkingsgewoonten door de invoering van nieuwe technologieën), burn-out op het werk, ‘fear of missing out’ (FOMO, de angst om geweldige ervaringen die gedeeld worden via posts op sociale media te missen), ‘nomofobie’ (de angst om zonder mobiele telefoon te zitten) en ‘phubbing’ (de gewoonte om met een telefoon te communiceren in plaats van met mensen) zijn al vastgesteld door nationale en Europese instellingen. Bovendien is vastgesteld dat de ontwikkeling van spier- en skeletaandoeningen op de werkplek het resultaat is van de wisselwerking tussen zowel psychosociale als fysieke risicofactoren.
Om deze uitdaging aan te gaan, zouden de werknemersvertegenwoordigers, ook met de steun van deskundigen op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk (met inbegrip van psychologen, ergonomen, bedrijfsartsen, enz.), moeten aandringen op slimme apparatuur en nieuwe werkomgevingen die zijn geconfigureerd met aandacht voor de mens en zijn veiligheid en comfort.
Zij zouden holistische en alomvattende interventiestrategieën moeten aannemen, die de multifactoriële causaliteit (die zowel door het individu als door de werkplek wordt veroorzaakt) van beroepsziekten en arbeidsongevallen weerspiegelen, en een participatieve aanpak moeten hanteren, waarbij alle niveaus van het personeel worden betrokken, in een poging om relevante risico’s beter te identificeren en passende oplossingen te vinden. Door de werknemers bewust te maken van veiliger gedrag en samenwerking met nieuwe technologieën moeten de werknemersvertegenwoordigers experimenteren met nieuwe manieren om psychologische aandoeningen te voorkomen als gevolg van de virtualisering van het werk en de toenemende interferentie tussen werk en privéleven.