Digitale ontwikkelingen verstoren nu al de traditionele concepten van werkomgeving en werktijd, doordat zij een grotere flexibiliteit en autonomie van de werknemers in tijd en plaats mogelijk maken. Deze ontwikkelingen, die mogelijk tegemoetkomen aan individuele oriëntaties, gaan gepaard met toenemende organisatorische eisen inzake flexibiliteit in de werktijd, aangezwengeld door schommelingen in de vraag. Bovendien bestaat er in de literatuur een consensus over de complementariteit tussen een ‘lean’ productie (op zijn beurt gekoppeld aan optimalisering van de werktijd en efficiëntie) en Industrie 4.0. Op basis van sociaaltechnische studies ondersteunen verschillende auteurs het idee dat een ‘lean’ omgeving (ondersteund door een cultuur van voortdurende verbetering, waardoor werknemers veranderingen niet alleen aanvaarden, maar ook veranderingen op duurzame en efficiënte wijze actief aansturen) een enabler is van Industrie 4.0, die op zijn beurt de technologische infrastructuur biedt (in termen van grotere beschikbaarheid van gegevens, interconnectiviteit, realtime uitwerking, enz.) om de ‘lean/six sigma’-capaciteit van een organisatie te vergroten. Bijgevolg wordt verwacht dat vlakkere hiërarchieën, de actieve betrokkenheid en empowerment van de werknemers, alsook de inspanningen van de managers om de kennis van de werknemers te verzamelen en te delen, zullen toenemen.